woensdag, mei 03, 2006

Dilemma

Vorige week woensdag zijn we met de fractie op bezoek geweest bij het bestuur van de KAVB, de Koninklijke Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur, afdeling Voorhout. We spraken met Frans van der Geer (voorzitter) en Daan Jansze (secretaris) aan de keukentafel in Daans bedrijfspand. Het was een mooi ritje tussen de bloeiende velden door. We hebben nog eens ingezoomd om het dilemma waar ik zelf al met de behandeling bestemmingsplan buitengebied al mee te maken heb gehad, maar dat nu voor de rest van de fractie ook nog wel goed was om te horen. De spanning tussen de belangen van de individuele kweker (voornamelijk te vinden in de gewenste vrijheid om bij het bedrijfspand naar behoefte te kunnen aanbouwen) en de algehele ontwikkeling dat bijna de helft van de kwekers geen opvolger heeft. Nu is het niet zo, zoals in de landbouw elders in Nederland, dat , dat daarmee de hele sector geen levenskracht meer heeft; Juist de andere bedrijven willen graag nog groeien. Maar zoals Frans stelt: "wat je overneemt, het is altijd te groot of te klein, maar niet passend." Maar het is zeker ook wel zo dat ook de kwekers zelf het belang van een open landschap wel erkennen: Als laatste hebben we het nog even over handhaving gehad -onder nadere de wens om op te treden tegen mensen die hun grond het toerisme is uiteindelijk ook reclame voor de afzet van Nederlandse bollen. en de minumum rumte van 2400 ha in de Bollenstreek voor hyacinthenteelt is ook van levensbelang. Hier komen de beste hyacinthen vandaan, de resultaten zijn elders (Noord-Holland, Noord-Frankrijk) gewoon minder mooi.

Het bestemmingsplan buitengebied Voorhout 2004 ligt nu voor een aantal aspecten bij de hoge Raad. De behandeling in de provincie is het vrijwel ongewijzigd doorgekomen. Ik sta nog steeds achter de beslissing om terughoudend te zijn met de uitbreidingsmogelijkheden en vooral in te zetten op de ruimte-voor-ruimte regeling: grotere uitbreidingen op de ene plek mag als je ervoor zorg draagt dat je elders verouderde panden of kassen opruimt. Dat maakt het we wat ingewikkelder, maar naar mijn mening niet onoverkomelijk. Anders krijg je in het buitengebied steeds meer leegstaande ruimtes waarin dan vanzelf andere bedrijvigheid kruipt die daar eigenlijk niet thuishoort, en er zijn ook historisch gegroeide voorbeelden van zichtbaar: autobedrijven, een lasserij, een bestratingshandel.

Als laatste hebben we gesproken over de handhaving, en vooral over de wens om op te treden tegen mensen die hun bollengrond voor andere dingen (paardenweitjes) gebruiken. Al met al was het een goed gesprek en ook weer een mooi ritje terug.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten