woensdag, januari 19, 2011

De plas over

Ook al was ik voor mijn werk op pad, je kunt toch niet voorkomen dat je met een schuin oog en een politieke bril naar een land als de VS kijkt. Ik was in Seattle, Washington, dus het uiterste Noord-westen. Een ‘liberal’ staat, en met bedrijven als Boeing en Microsoft ook nog redelijk bemiddeld. Veel naaldbomen, dus het doet aan als het grote broertje van de Ardennen. Toch ook nog best wat militairen in woestijnoutfit op straat, dus de impact van een oorlog in het Middeen-Oosten is wel zichtbaarder. Een reisleidster die bij het restaurant spontaan vroeg of ze het eten dat van de hele groep van 70 over was, mee mocht nemen naar een daklozenopvang. –Dat zou in Nederland niet eens meer als varkensvoer gebruikt mogen worden. En het bouwen: geen enkel probleem om een bouwblok van 25 verdiepingen tegenover een wijkje van maximaal 2 hoog te zetten. Wachtrijbegeleiders, die echt niet veel meer dan 3 dollar per uur zullen verdienen. Of nog erger: een sandwichman die, als Vrijheidsbeeld verkleed, reclame maakt voor een leningsaneerder. Een keuken van een sushirestaurant waar 20 man op nog geen 10 m2 sushi’s in elkaar draaien. Vreselijk? Nee, anders. Maar dan ben ik opeens wel blij met fatsoenlijke minimum lonen en een arbowetgeving. 'k Ben dus toch wel behoorlijk Europees / Rijnlands ingesteld.

Maar ook: de eerste Starbucks, ontstaan uit het verzet tegen de sloop van de Pike Street Fishmarket in de jaren ‘70. De markt staat er nog, in een sfeertje van begin vorige eeuw, en dankzij Starbucks heeft Amerika ook kennis weten te maken met wat goeie koffie is. ’t Is zowaar een heel cultuurtje geworden: Tully’s, Seattle’s best, op elke straathoek zo ongeveer kun je terecht voor een Cafe Latte met een double shot Rocky Mountain hazelnut syrup. Tja, maatschappelijk protest dat eindigt in een bakkie leut. Enige parallel daarmee met de ontwikkeling van het Malieveld van Troelstra en de thee van Job Cohen?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten